Ibtissam Ouaali

Kun je iets vertellen over je jeugd?

Ik ben geboren in Vlissingen. Mijn opa is afkomstig uit Marokko en kwam in de jaren zestig als gastarbeider naar Nederland. Uiteindelijk heeft hij zijn gezin ook hierheen gehaald. Mijn ouders zijn getrouwd in Marokko maar vervolgens ook naar Nederland gekomen. Ik heb zes jaar in Vlissingen gewoond en daarna zijn mijn ouders verhuisd naar Brakel, een klein dorp in de buurt van Den Bosch. Als kind heb je aanvankelijk niet door dat je anders bent maar daar op het schoolplein merkte ik voor het eerst dat ik er helemaal niet bij hoorde. Kinderen kunnen heel gemeen zijn. Gelukkig zijn we al snel verhuisd naar Den Bosch. Van huis uit heb ik meegekregen dat school heel erg belangrijk is en dat je harder moet werken dan andere kinderen.

Waarom moest je harder werken dan anderen?

Ze hebben het nooit met zoveel woorden gezegd, maar ik moest mezelf meer bewijzen. Je hoorde zoveel verhalen over Marokkanen. Ik wilde niet aan dat stereotype beeld voldoen. Als mensen tegen me zeiden dat ik anders was, vond ik dat geen compliment. Ik was ook de enige buitenlander die afstudeerde op het gymnasium en had alleen maar Nederlandse vrienden. Ik zag mezelf echt als alleen maar Nederlands, ik was hier geboren en sprak de taal veel beter dan Berbers. Maar toen ik ging studeren drong het tot me door dat ik altijd alle twee zal zijn. Als ik in Marokko ben, blijf ik de westerling die naar Marokko gaat en in Nederland blijf ik toch de Marokkaan. Hoe je het ook wilt vermijden, de manier waarop mensen jouw zien is van invloed op hoe je jezelf ziet. Voor Nederlanders is het heel moeilijk om te begrijpen wat voor effect dat heeft op je als persoon. Je weet pas wat discriminatie is tot je het zelf meemaakt. Ik maakte altijd een grapje met een vriendin als ze ons vroegen wat we later wilden worden. Dan zeiden we; een witte man.

Wat ben je na de middelbare school gaan doen?

Ik was goed in Engels en hield veel van lezen dus ben ik Engels studeren. Toen ik een beurs kreeg om in de zomer naar Amerika te gaan, realiseerde ik me dat Engels studeren misschien niet voldoende zou zijn en daarom ben ik er een tweede studie naast gaan doen, dat werd internationale betrekkingen en politieke geschiedenis. Daarvoor ben ik in het kader van een uitwisseling ook nog een jaar naar Dublin geweest. In Ierland was alles heel anders. Als ik daar was, was ik Nederlands. Daar werd je niet in een hokje geplaatst. In Amerika had ik dat ook maar dat kwam daar vooral ook omdat ik niet zwart was en geen hoofddoekje droeg.

Vond je het fijner als je als een Nederlandse werd gezien?

Ja, want je wordt niet meteen in een hoekje geplaatst. Daar hoefde ik me niet mee bezig te houden.

Je hebt zojuist je bachelors gehaald, wat wil je nu gaan doen?

Ik wil me meer specialiseren in genderstudies en ontwikkelingssamenwerking. Ik heb gemerkt dat ik bepaalde dingen uit mijn studie heel goed op mezelf kon betrekken.

Noem eens een voorbeeld…

Toen ik besloot dat ik anders wilde zijn dan andere Marokkanen, voelde dat alsof ik mijn eigen cultuur verloochende. Of als mensen tegen je zeggen: ‘Je bent best mooi voor een Marokkaans meisje’. Ik heb geleerd dat er zoveel mis is met zo’n uitspraak. Je voelt je schuldig omdat je het bijna als een compliment opvat. Maar het is zo denigrerend.

– ….veel mensen hebben het van zichzelf niet door…

…nee, en het erge is dat dat ze je, als je hen erop aanspreekt, gaan zien als een ‘angry black woman’. ‘Waar doe je zo moeilijk over’, zeggen ze dan. Of: ‘Neem het niet zo persoonlijk op’. Als het om schoonheid gaat, om naar iets te noemen, is de norm nog steeds wit en dun. Dat is het ideaalbeeld. Ik heb krullen  maar op de middelbare school heb ik vroeger heel vaak mijn haren gestijld. Nu doe ik dat niet meer, ik vind het teveel moeite maar ook uit principe. ‘Hair is political’, zegt Chimamanda Adichie Ngozi, een Nigeriaanse schrijfster, en dat merk ik ook heel erg. Het zijn kleine dingen die meespelen. Echt ‘in your face’ racisme heb ik gelukkig niet zo heel veel meegemaakt. Maar als ik vroeger met mijn ouders naar het park ging, kon het altijd gebeuren dat iemand naar ons begon te schelden of te roepen dat we terug moesten naar ons eigen land.

Hoe reageerden jouw ouders daarop?

Mijn ouders probeerden het te negeren. Maar toen ik het voor het eerst hoorde werd ik echt heel boos. We liepen gewoon op straat! En het zijn nog steeds dingen waar ik het stiekem best wel vaak nog moeilijk mee heb.

Wil je daar met behulp van je studie later iets aan gaan veranderen?

Op de universiteit hou ik me al langer met dit soort zaken bezig. Ik heb bijvoorbeeld een studie gedaan naar homoseksualiteit in de Marokkaanse gemeenschap. Gewoon omdat het er is. Het wordt ontkend, maar ik denk dat het bespreekbaar moet worden gemaakt. Ik zag een paar jaar geleden op de Gay Pride een Marokkaanse boot, die jongens heb ik gesproken. In de Marokkaanse cultuur wordt veel verzwegen, in het algemeen. Over bepaalde dingen praat je niet. Zeker als je in een Marokkaanse wijk woont met veel sociale controle. Uit mijn onderzoek kwam naar voren dat het niet eens zozeer met religie te maken heeft, maar met een bepaalde macho-cultuur.

Wil je dat soort onderzoeken blijven doen?

Ik denk wel dat de academische wereld mij heel erg ligt. Maar de praktijk trekt me ook wel. Zo’n onderzoek naar homoseksualiteit zou je goed kunnen uitwerken en gebruiken in voorlichting of in het onderwijs. Ontwikkelingssamenwerking lijkt me ook interessant. Het komt dicht bij huis.

Heb je nu meer Marokkaanse vrienden of zit nog steeds vooral in Nederlandse kringen?

Ik heb op de universiteit een paar Marokkaanse vrienden. Maar mijn vriendengroep is nog niet zo multicultureel als ik zou willen.

Wat vinden je ouders van je studie?

Over de onderzoeken die ik doe heb ik inmiddels met mijn ouders gesproken. Ze reageerden heel begripvol en vonden het reuze interessant. Ze weten ook dat ik me erg bezig hou met feminisme. En mijn beste vriend is homo, dat weten ze. En dat is voor hen geen probleem. Je moet die dingen tijd gunnen, maar af en toe moet je ook een klein beetje druk uitoefenen om het erover te hebben.

Ze zullen toch wel heel erg trots op je zijn?

Jazeker, dat merk ik wel. Ik heb een heel goede band met mijn ouders. Daarom hecht ik ook steeds meer waarde aan de Marokkaanse cultuur. Het is een mooie cultuur, iets waar je echt wel trots op mag zijn. Ik ben er gewoon klaar mee dat ik me moet verontschuldigen voor wat ik voel. Ik hou van Nederland, ik hou ervan om hier te wonen, ik ben Nederlands. Maar ik ben ook Marokkaans.  En ik ga niet kiezen tussen die twee. Maar ik mag wel kritiek leveren. Ik heb een mening.