Kim Spierenburg

kim spierenburg ak28

Kim Spierenburg, 24 jaar, is violiste. Sinds haar vierde lijdt ze aan de auto-immuunziekte SLE.  Ze ging op tournee met Marco Borsato en Ali B.

“Ik ben begonnen met vioolspelen op mij zesde. Toen was ik al twee jaar ziek. Mijn ouders hadden gemerkt dat ik heel erg veranderde. Ik was een heel energiek kind maar ineens zakte ik door mijn benen van vermoeidheid. Elke dag had ik veel pijn en ik kreeg gekke ontstekingsplekken op mijn gezicht. Eerst ben ik toen behandeld voor jeugdreuma in het AMC, maar daar ging ik alleen maar verder achteruit. Voor een second opinion zijn we toen terechtgekomen in het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht, waar de beste specialisten zitten op het gebied van auto-immuunziektes voor kinderen. Daar bleek dat de medicijnen die ik had gekregen de ziekte alleen maar erger hadden gemaakt. Daaruit hebben we toen geleerd dat je altijd naar je eigen gevoel moet luisteren.

“Vioolspelen was als kind een droom voor mij. Ik wilde dat al sinds mijn derde. Muziek kan een heel belangrijke bron van afleiding en plezier zijn. Vioolspelen is heel fysiek. Het instrument zit heel dicht tegen je lichaam aan en je voelt de trilling als je speelt. Als je viool speelt, kun je nergens anders aan denken want je moet in je hoofd eerst de klanken bedenken voordat je ze maakt. Vanaf het begin ben ik gefascineerd geweest door die mooie zuivere klank, dus daar ging ik ook echt voor.

“Op een gegeven moment ging ik ook naar concoursen en daar leerde ik andere kinderen kennen die al op het conservatorium zaten, in de jong-talentklas. Zij vertelden hoe ze samenspeelden tijdens concerten. En op het podium staan vond ik helemaal fantastisch…”

Zit dat in je familie, dat je zo’n podiumdier bent?

(Lachend); “Ik heb geen idee waar het vandaan komt. Niet van mijn ouders in ieder geval. Mijn broertje is ook heel muzikaal en speelt goed gitaar. Maar hij zag mij altijd ploeteren met mijn viool en besloot toen maar natuurkunde te gaan studeren. Grappig is wel dat mijn overgrootouders ook allebei viool speelden. Dus misschien heeft het een paar generaties overgeslagen.”

Kwam je makkelijk op het conservatorium terecht?

“Op mijn twaalfde heb ik auditie gedaan en werd ik aangenomen voor de jong-talentklas. Dat was een gekke situatie want door mijn ziekte kon ik maar vier lesuren per dag op de middelbare school volgen. In de puberteit, toen het heel slecht met me ging, was dat zelfs nog minder, want ik was toen helemaal rolstoelgebonden en had weinig energie en heel veel pijn. Dus het was naar school gaan, thuis rusten, huiswerk maken, rusten, vioolspelen en naar bed.”

Hoe heb je zo jong geleerd daarmee om te gaan?

“Omdat ik al mijn aandacht stak in muziek maken en leren, was ik niet voortdurend bezig met negatieve dingen. Muziek is een ontsnapping voor mij. Zo kon ik bezig zijn met positieve dingen waar ik wel iets aan kon doen.”

Maar leren op school vond je dus ook leuk?

“Ja, ik hou heel erg van talen. Op mijn zesde zei ik tegen mijn moeder dat ik heel graag Chinees wilde leren. Toen heeft mijn moeder geregeld dat ik naar een Chinese school kon. Dus zat ik daar vanaf die tijd elke zaterdag met allemaal Chinese kinderen Kantonees te leren. Dat was natuurlijk ontzettend lastig want zij spraken de taal al, en ik zat daar als Nederlander tussen en verstond helemaal niks. Maar ik vond het heel leuk.”

Spreek je nog steeds Chinees?

“Ik heb het tot mijn twaalfde gedaan en toen kwam de jong-talentklas en daarmee was het niet te combineren. Taal vervaagt heel snel, dat is jammer, maar als ik Kantonees hoor, kan ik het meteen nazeggen – alleen weet ik niet alttijd meer wat het precies betekent. Het is een droom van mij om een keer naar China te gaan en dan ga ik het zeker weer ophalen.”

Waarom komt die belangstelling voor China vandaan?

“Ik heb Chinees bloed. Mijn opa en oma komen uit Indonesië en zij hadden gemengde voorouders. Bij mij zie je daar helemaal niets meer van, bij mijn moeder nog een beetje en bij mijn oma nog veel meer want haar moeder was Chinees.”

Al deze dingen heb je dus gedaan naast school? En je hebt ook nog eens een klas overgeslagen.

“Ik heb een heleboel tegen, maar ook een heleboel mee, zeg ik altijd maar. Daar ben ik heel blij mee. want dat is een kant waar ik altijd mee bezig kan zijn, als mijn lichaam niet wil. Ik ben nu bezig met het schrijven eigen columns en ik maak filmpjes. Mijn droom is nog een keer een boek te schrijven. Ik heb al veel meegemaakt, waardoor ik geleerd heb ik in oplossingen te denken. Als ik daarvoor een goed format weet te bedenken, kan dat misschien interessant zijn voor anderen.”

Zodat het een steun kan zijn voor anderen? Of om alles van je af te schrijven?

“Dingen van me afschrijven, daar geloof ik niet zo in, Dat kan je beter in een dagboek doen, denk ik. Maar ik vind het wel ook voor mezelf interessant om uit te zoeken waarom ik bepaalde dingen zo gedaan heb en wat ik er verder nog uit kan halen.”

Je moet een enorme wilskracht hebben.

“Dat is het niet alleen. Het komt ook omdat ik heel erg bezig ben met positiviteit. Heel vaak heb ik gehoord dat bepaalde dingen niet mogelijk waren. Ze wilden mij bijvoorbeeld in het begin naar het speciaal onderwijs sturen. Ik wilde graag naar het gymnasium maar alle dokters en hulpverleners verklaarden me voor gek. Mijn ouders werden zelfs naar een psycholoog gestuurd omdat ook zij geloofden dat ik het kon. Aan het begin van elk nieuw schooljaar, kreeg ik te horen dat het nu zo moeilijk zou worden dat het me echt niet meer zou gaan lukken.”

In alles heb je dus je eigen pad uitgestippeld?

“Ja, dat is het waar het in mijn leven steeds om is gegaan. Je wilt iets maar wordt voortdurend tegengewerkt. Dus moet je een manier verzinnen om die hoofden toch dezelfde kant op te krijgen te krijgen want je hebt niet de energie om alles voortdurend te bevechten. Dat kan door zelf de regie in handen houden en te bedenken wat die ander er aan heeft om een beetje mee te buigen zodat het wel lukt. Daar ben ik door deze situatie heel goed in geworden.”

Is zo’n school dan niet heel erg trots op jou?

“Achteraf wel. Nu vindt iedereen het heel tof. Maar tien jaar geleden was het heel anders. Toen was ik nog niet op televisie geweest, had ik geen concerten gedaan en kon ik daar niet naar verwijzen door te zeggen; toen ging het ook, dus waarom zou het nu niet lukken?”

Ondervond je op het Conservatorium ook zoveel tegenstand?

“Er waren bepaalde docenten die het me hebben afgeraden. Maar ik heb gewoon de toelating gedaan en toen was men het er unaniem over eens dat ik voldoende talent had om te worden aangenomen. Uiteindelijk wordt je toch langs dezelfde meetlat gehouden. Maar ik had natuurlijk een fysieke achterstand, dus ik moest gewoon iets harder mijn best doen.”

Je hebt met Marco Borsato gespeeld. Vertel eens hoe dat precies is gegaan?

“Dat is een heel verhaal. Ik heb in 2014 meegedaan aan de Big Improvement Day en daar voor ondernemers een speech gehouden over dromen. Toen heb ik heel brutaal gezegd dat het mijn droom was om bij de Wereld Draait Door te zitten en in een stadion op te treden. Iedereen moest daar om lachen en ik kreeg een staande ovatie. Ali B. zat ook in het publiek en hij gaf daarna een speech waarin hij zei dat-ie dat voor me ging regelen. Ik dacht; het zal wel, eerst zien, dan geloven. Maar rond die tijd kwam er steeds meer aandacht van de media. Hart van Nederland had een reportage over mijn speech en ik werd uitgenodigd door Giel Beelen in zijn radioprogramma…”

Kon je dat lichamelijk wel aan?

“Eigenlijk niet, maar het gaf zo’n adrelaninestoot dat het me toch lukte. En toen kwam een maand later om drie uur ’s middags ineens een telefoontje of ik diezelfde avond naar de uitzending van De Wereld Draait Door wilde komen, met Ali B. Ik was op dat moment bij de vioolbouwer en kon alleen maar denken; DAT IS OVER DRIE UUR! WAT MOET IK AAN? WAT GA IK ZEGGEN? (moet hard lachen)

“In de taxi naar de studio probeerde ik me nog een beetje voor te bereiden en in een soort roes heb zo ik de hele uitzending meegemaakt. Op een gegeven moment vroeg Matthijs van Nieuwkerk waar ik mezelf zag over vijftien jaar en toen antwoordde ik dat ik hoopte dat ik dan in een groot stadion zou optreden. Ali B. heeft toen in de camera gezegd. ‘Marco! Over twee maanden staan wij ide Ziggo Dome. Als Kim niet mee mag, kom ik ook niet’. (proest het nu uit van het lachen) En nog dezelfde avond kreeg ik een tweet van Marco Borsato of ik een intro wilde componeren voor een van zijn liedjes. Iedereen was heel enthousiast daarover en zo heb ik vier shows voor 18.000 mensen opgetreden. Ik vond het helemaal fantastisch.

“Daarna vroeg Marco me ook mee op zijn tournee en uiteindelijk heb ik zestien keer met hem in de Ziggo Dome gestaan. In de tussentijd heb ik ook mijn klassieke bachelor gehaald. Dat was best pittig omdat ik het jaar daarvoor een blessure had gekregen aan mijn hand, ook door mijn ziekte, waardoor ik een tijd helemaal niet meer kon spelen. Het belangrijkste in mijn leven, mijn viool, was ik dus een hele tijd kwijt en het was zelfs onduidelijk of ik ooit weer zou kunnen spelen. Toen merkte ik wel dat ik daardoor veel minder gelukkig was. Daarom heb ik die zomer besloten dat ik er echt alles aan zou doen om dat weer terug te krijgen. Dat begon met een minuut vioolspelen per dag. Het was ontzettend zwaar. Ik weet nog dat ik pas twee weken voor mijn examen weer toonladders kon studeren. Uiteindelijk heb ik het toch met een goed cijfer gehaald. Maar het was toen wel duidelijk dat spelen in een orkest of een ensemble of een kwartet niet voor mij was weggelegd. Daardoor heb ik besloten om een Live Electronics Master te gaan doen, met viool als hoofdinstrument, maar ook aandacht voor compositie en programmeren. Nu begin ik aan mijn tweede  jaar.”

Hoe gaat het nu met je?

“Het blijkt dat ik het afgelopen half jaar erg achteruit ben gegaan, waarschijnlijk vanwege coeliakie. Dat is een gluten intolerantie, die leidt tot ontstekingen die weer een auto-immuunreactie oproepen. En ik heb al twee auto-immuunziektes dus die zijn elkaar waarschijnlijk alleen maar aan het versterken. Zo is het in een sneltreinvaart de verkeerde kant op gegaan. Dat is heel eng, want je ziet jezelf elke dag zwakker worden en je weet niet hoe dat komt. Ik zit nu nog midden in de diagnostiek.”

En nu verder? Je wilt een boek schrijven, filmen, programmeren, muziek maken.

“Ik heb nog een heleboel dromen, maar alles is nu even door elkaar geschud. Mijn grootste wens is natuurlijk dat ik helemaal herstel en dat er dan ineens misschien weer veel meer mogelijk is. Stel nou – alles onder voorbehoud want ik weet niet hoe het zal gaan – dat deze ziekte 24 jaar heeft gesluimerd en voor een groot deel ook verantwoordelijk is geweest voor mijn enorme vermoeidheid. Dan is er misschien wel een mogelijkheid om weer sterker te worden. En als dat zo is, dan zijn er ineens weer allerlei nieuwe mogelijkheden. Ik zat er laatst zelfs aan te denken om misschien wel econometrie te gaan studeren.”