Marloes Scheffers

Marloes Scheffers

We hebben mekaar ontmoet bij de lancering van de ‘Untire’-app. Hoe kwam jij daar terecht?

Dat ging eigenlijk bij toeval. Mijn vader wilde er graag naar toe maar kreeg mijn moeder niet mee. Zij is niet zo’n receptieganger. Hij vroeg toen of ik zin had om mee te gaan, want het is een app die mensen ondersteuning biedt bij de vermoeidheid waar veel kankerpatiënten last van hebben. Ik was nieuwsgierig geworden naar de app. Als zoveel mensen last van een blijvende vermoeidheid ondervinden is het belangrijk dat er iets voor komt.

Jouw vader vertelde me op de receptie dat je de dag erna de laatste bestraling zou krijgen voor de in je heup uitgezaaide borstkanker. Dus ik vond het heel opmerkelijk dat je toch was gekomen. En dat je zo vrolijk was.

Dat ik daar was, deed ik vooral voor mijn vader. En als je er toch bent, kun je er net zo goed iets gezelligs van maken. Bovendien zit ook een verdovend effect in heel heftig nieuws. Het is net alsof je brein dat niet allemaal in één keer aankan. Bij mij werkt dat in ieder geval zo. Ik kan heel erg in het nu blijven. Tot in het absurde soms. Als ik vroeger naar de tandarts moest, kon ik dat bij me weghouden totdat ik daar in de stoel zat.  Maar dan vloog het me ook echt knetterhard aan. Je kunt het vergelijken met een topvakantie. Daar duw ik ook weg dat ik over drie dagen weer naar huis moet.

Is dat altijd zo geweest? Kun je iets vertellen over je achtergrond?

Ik kom uit een heel warm, liefdevol, redelijk traditioneel gezin. Mijn vader heeft altijd heel hard gewerkt en mijn moeder was altijd thuis. Ik heb een zusje, drie jaar jonger, waar ik altijd goed mee overweg kon en daarmee ben ik in een klein dorpje in Brabant opgegroeid. Toen ik jong was vond ik dat heerlijk, het was heel erg beschermd en we speelden altijd buiten, maar toen ik wat ouder werd, ging ik me er wat tegen afzetten. Werd het ook wel een beetje saai. Op mijn 18de ben ik in Utrecht rechten gaan studeren. Het eerste jaar heb ik alleen maar gefeest en genoten. De studie vond ik een beetje droog en heb ik vooral afgemaakt op discipline. Daarna had ik geen idee wat ik moest gaan doen. Advocaat worden, leek me niks en bovendien werd mijn moeder ziek, ook borstkanker, waar ik heel erg overstuur door raakte. Zij was echt mijn anker. Ik had haar nooit zo bang gezien, dat heeft een onuitwisbare indruk op me gemaakt. Mijn leven was daarvoor altijd superveilig geweest en ineens gebeurde er privé heel veel. Ik heb er daarna een paar jaar over gedaan om van het fundament dat ik had gebouwd in mijn jeugd, toen ik dacht te weten hoe alles in elkaar stak, een nieuw fundament te vinden. Tenminste, ik dacht dat ik dat toen gedaan had. Eerlijk gezegd denk ik dat ik nu pas zover ben.

Dat je weet hoe het echt zit, bedoel je….

En daar rust in kan vinden. Het is soms heel moeilijk om onderscheid te maken tussen ergens mee om kunnen gaan, en iets echt accepteren. Die rust heb ik nu pas.

Terwijl je nu zelf ziek bent. Kom het daardoor, denk je?

Het is soms het onvermijdelijke wat rust geeft. Ik denk dat iedere vrouw die een kind heeft gebaard, op een bepaald moment tijdens dat proces een keer heeft willen stoppen. Maar dat gaat niet. Dus na dat moment komt er een soort berusting. En weet je een diepere kracht aan te boren. Dit is hetzelfde. Ik heb geen keuze. Ik kan wel zeggen: “Ik wil dit niet’. Maar daar gaat het niet van weg.

Wanneer werd je ziek?

Zeven jaar geleden heb ik borstkanker gekregen. Toen waren mijn kindjes één en net drie. Ik zag het toen als een lokale kwestie, een paar cellen die de verkeerde afslag hadden genomen. We gooien daar een bom op en dan is het weg. Maar eigenlijk ontkende ik zo de ernst. Het werkte overigens als een trein. Ik heb gewoon doorgewerkt en alles ging prima. Nu kan dat niet meer. Ik kan niet zeggen dat het zo weer over gaat. Want dat is niet zo.

Want nu heb je zojuist te horen gekregen dat het is uitgezaaid.

Mijn heup is als het goed is, behandeld, maar ik heb nog veel last van mijn onderrug. Dat zou wel eens niet goed kunnen zijn. En dat kunnen ze dan ook weer behandelen, met immuuntherapie en chemo’s. Maar het gaat niet meer weg.

Je bent eigenlijk heel wijs geworden.

Dat is wel een heel proces geweest. Tot mijn 21ste was ik jong, wel slim, maar heel jong. Toen ben ik me door de ziekte van mijn moeder helemaal kapot geschrokken en heb ik allerlei defensiemechanismen overeind gezet. En vervolgens heb ik er ongeveer twintig jaar over gedaan om de gebruiksaanwijzing daarvan in de gaten te krijgen. Nu pas komen de dingen een beetje bij elkaar.

Toen je borstkanker kreeg waren je kinderen heel klein. Hoe gaat dat nu?

Ze ze zijn nu acht en tien. Ze weten dat mijn borstkanker is teruggekomen. De jongste vroeg of het hierna nog een keer terug kan komen. Ik heb toen ‘ja’ geantwoord. Na de scheiding heb ik beloofd dat ik niet tegen ze zal liegen, dus dat zal ik niet doen. Maar ik probeer wel onnodige angst zo veel mogelijk bij hen weg te houden. Ik geef ze de waarheid waar zij nu iets mee kunnen. Voor hetzelfde geld gaat de ziekte tien jaar lang in remissie en heb ik ze al die tijd in een alarmstand gebracht. Mijn kinderen hebben hetzelfde talent als ik, ze leven heel erg in het nu. En eigenlijk zijn ze momenteel nog veel drukker met het verwerken van de scheiding.

Dat is nu ruim twee jaar geleden

We hebben gekozen voor co-ouderschap, week hier, week daar, dus iedere week afscheid nemen.

Ga je nog goed om met je ex?

Jawel, maar dat is ook een proces. Mensen merken soms op dat we goed uit elkaar zijn gegaan, maar dat is natuurlijk een contradictio in terminis, wat zo goed gaat dat heus niet. Anders waren we niet uit elkaar gegaan. Maar we hebben heel duidelijk afgesproken dat we samen de ouders blijven van onze meisjes en zo langzamerhand ontstaat er weer een modus waardoor je aardig kan doen tegen elkaar en mekaar het beste wenst.

Je klinkt als een heel sterk iemand, in ieder geval goed uitgebalanceerd. Je hoort weleens dat dat de ziekte vertraagt.

Ik weet dat niet. Iedere notie van controle, is ingewikkeld. Is zuivel wel of niet goed, moet je meer of minder groenten eten of bietensap uit de centrifuge drinken. En ben ik echt blij of juist mijn ziekte aan het ontkennen? Laten we het maar gewoon van dag tot dag bekijken. Ik heb ook momenten waarop ik me heel slecht voel. En daarna gaat het wel weer. Je kunt niet de hele dag huilen.

Je bent ook nog steeds gewoon aan het werk

Ik heb een eigen bedrijf als coach en trainer, met name op het gebied van persoonlijk leiderschap. Ik heb heel erg het roer omgegooid toen ik zeven jaar geleden ziek werd. ik wilde niet meer in de harde corporate wereld werken, waar iedereen -even gechargeerd- zijn persoonlijkheid op de parkeerplaats achterlaat. Ik wilde een veilige wereld creëren voor mensen om zich in te kunnen ontwikkelen, te praten over wat hen belemmert en dan gaan we dat samen uitzoeken. Ik geloof heel erg dat je plezier uit je werk kan halen als je kunt spelen met wat er om je heen gebeurt. Je kunt het ook gewoon uitspreken als je het niet weet.

Maar eigenlijk wilde je dierenarts worden..

Dat lukte helaas niet omdat ik heel slecht was in natuurkunde. Ik bracht als kind een hommel die op z’n rug lag, naar de dierenarts. Ik heb ook wel eens een dode egel een week in een bakje in de bijkeuken laten liggen, omdat ik zeker wist dat-ie nog bewoog. In beesten zie ik een ontroerende kwetsbaarheid. Ik heb een hond, twee katten, een konijn, het liefst wil ik ook een hangbuikzwijntje. Ik heb ook een geit overwogen maar die maken blijkbaar alles kapot, heb ik me laten vertellen.

Is een boerderij niets voor jou?

Ja, een ranch, ergens in Texas. Maar ik wil ook graag coach zijn en ik ben ook nog HR-manager. Dus dat is niet te doen. Toch heb ik mezelf voorgenomen om hier voor de zomer een besluit over te nemen. Waarom wachten? Misschien is er iets dat te maken heeft met het welzijn van dieren waar ik deel van uit kan maken of dat ik kan ondersteunen. Want eigenlijk ben ik een boerinnetje.